Het Zorginstituut rapporteert over de verblijfsduur van verpleeghuisbewoners in verpleeghuizen (met een zorgprofiel binnen de sector Verpleging & Verzorging). Wij geven de verblijfsduur momenteel niet weer middels één cijfer, zoals het gemiddelde of de mediaan. Voorheen hanteerden we verschillende methodes om de verblijfsduur te berekenen. Vanwege eenduidigheid kiezen wij er nu voor om één methode te hanteren. Middels deze publicatie willen wij u graag meer handvaten bieden om deze cijfers te interpreteren, of te vergelijken met de verblijfsduur binnen uw organisatie.

Het aandeel bewoners met een korte verblijfsduur neemt duidelijk af over de jaren

Het aandeel bewoners met een korte verblijfsduur (<3 maanden) neemt duidelijk af over de jaren, zoals te zien in figuur 1.

We lichten hier de verblijfsduur eruit van de groep verpleeghuisbewoners met een zorgprofiel VV4 t/m VV8 waarbij terugkijken in de tijd vanaf het moment van laatste declaratie. Deze profielen vormen de grootste populatie binnen de huidige samenstelling van bewoners in verpleeghuizen. 

  • In 2020 is een plotse stijging te zien van het aantal bewoners met een verblijfsduur van 3 maanden of korter. Mogelijk is dit een effect als gevolg van sterfte door Covid-19.
  • Over de periodes tussen de 3 en 24 maanden is een lichte stijging zichtbaar gedurende de jaren.
  • Verhoudingsgewijs is de grootste groep de bewoners met een verblijfsduur van langer dan 48 maanden. Over de jaren heeft ongeveer een kwart van de bewoners (met een eerste declaratie in 2015-2018) dus een verblijfsduur van langer dan 48 maanden. Er is tevens een licht afnemende trend van het aantal mensen met een verblijfsduur van meer dan 48 maanden.

Welke methode gebruiken we?

We gebruiken een methode gebaseerd op vooruitkijken. Dat wil zeggen: we kijken naar de eerste declaratie van verblijf in een verpleeghuis, tot aan de laatste declaratie in een verpleeghuis. In 92-96% van de verpleeghuisbewoners komt de overlijdensdatum overeen met de laatste datum waarover het laatst een dag verblijf is gedeclareerd. We gaan hierbij uit van het zorgprofiel en het jaar van de start van het verblijf. Het is mogelijk dat een bewoner een ander zorgprofiel had aan het einde van diens verblijf.

Deze methode van vooruitkijken is erg geschikt om na te gaan in hoeverre beleidswijzigingen in een bepaald jaar mogelijk invloed hebben gehad op de verblijfsduur in verpleeghuizen.

Waarom gebruiken wij niet één cijfer om de gemiddelde verblijfsduur weer te geven?

De verblijfsduur is scheef verdeeld. Er zijn met name pieken te zien in het aantal verpleeghuisbewoners met een korte verblijfsduur (<3 maanden) en met een lange verblijfsduur (>48 maanden). Daarom geven wij de verblijfsduur weer in periodes van 3 maanden (0-12 maanden) en 12 maanden (12 – meer dan 48 maanden). Een cijfer zoals een gemiddelde geeft deze nuances niet weer en kan zo een incorrect beeld geven van de verblijfsduur.

De landelijke verblijfsduur vergelijken met de verblijfsduur in een specifieke regio, organisatie of verpleeghuis

Als u de landelijke verblijfsduur wilt vergelijken met de verblijfsduur in uw regio, binnen uw organisatie of binnen een locatie, dan kunt u dit doen per zorgprofiel. Echter, als u een overkoepelend beeld wilt krijgen van de verblijfsduur dan kunt u gebruik maken van de gegroepeerde cijfers over VV1 t/m VV10 of over VV4 t/m VV8. Afhankelijk van de zorgprofielen die voorkomen in de populatie die u wilt vergelijken, kunt u een keuze maken.

De groep verpleeghuisbewoners met een zorgprofiel VV4 t/m VV8 lichten wij er nu uit, omdat deze de grootste populatie vormen binnen de huidige samenstelling van bewoners in verpleeghuizen.