Bepaling HIV/AIDS
Versie 2023 – data t/m 2022
Achtergrond
Het HIV virus is een virus dat het immuunsysteem van patiënten aanvalt. Hierdoor worden patiënten steeds vatbaarder voor onder andere infecties. AIDS is de laatste fase van HIV, waarbij het immuunsysteem van de patiënt niet meer in staat is om infecties en andere ziekten te bestrijden. De verwachting is dat de meeste patiënten met AIDS/HIV onder behandeling zijn van een medisch specialist. Er zijn speciale HIV centra in Nederland, zowel voor volwassen (n=24) als voor kinderen (n=4). De behandeling bestaat soms uit een dubbele behandeling, maar meestal uit een tripeltherapie.
Bepaling
DBC medisch specialistische zorg
Code specialisme
|
Diagnosecode
|
Omschrijving
|
322
|
1513
|
Tuberculose en HIV
|
322
|
1522
|
Infecties met Non Tuberculeuze Mycobacteriën en HIV
|
313
|
461
|
HIV infectie met behandelindicatie
|
313
|
462
|
HIV infectie zonder behandelindicatie
|
316
|
7802
|
HIV / AIDS
|
Add-on geneesmiddelen medisch specialistische zorg
Tot en met 2016 werden de add-on geneesmiddelen gedeclareerd door middel van een declaratiecode. Vanaf 2017 wordt dit gedeclareerd op artikelcode (KNMP-code). Vanaf 2018 zijn daarbij ook indicaties beschikbaar. Dit betekent dat we t/m 2016 gebruik maken van de declaratiecode, in 2017 van de KNMP-code en vanaf 2018 van de indicaties.
Indicaties
Indicatie ID
|
Korte omschrijving
|
000000311
|
Aangeboren aids en recidiverende infecties bij kinderen
|
000000956
|
Aangeboren aids en recidiverende bacteriele infecties
|
000000957
|
Aangeboren aids en recidiverende bacteriele infecties bij patienten >= 2 jaar
|
000002975
|
HIV-1-infectie, virologische suppressie, combi rilpivirine-injectie (Volw.)
|
000002976
|
HIV-1-infectie, virologische suppressie, combi cabotegravir-injectie (Volw.)
|
000003001
|
Chronische neutropenie bij HIV (Kind 0-18 jaar)
|
Extramurale geneesmiddelen
Alleen de geneesmiddelen Lamivudine (J05AF05) en Tenofovirdisoproxil (J05AF07) worden niet meegenomen, omdat deze ook een indicatie hebben voor chronische hepatitis B infectie.
ATC code
|
Omschrijving/Stofnaam
|
J05AE01
|
Saquinavir
|
J05AE02
|
Indinavir
|
J05AE03
|
Ritonavir
|
J05AE04
|
Nelfinavir
|
J05AE07
|
Fosamprenavir
|
J05AE08
|
Atazanavir
|
J05AE09
|
Tipranavir
|
J05AE10
|
Darunavir
|
J05AF01
|
Zidovudine
|
J05AF02
|
Didanosine
|
J05AF04
|
Stavudine
|
J05AF06
|
Abacavir
|
J05AF09
|
Emtricitabine
|
J05AG01
|
Nevirapine
|
J05AG03
|
Efavirenz
|
J05AG04
|
Etravirine
|
J05AG05
|
Rilpivirine
|
J05AR01
|
Zidovudine & Lamivudine
|
J05AR02
|
Lamivudine & Abacavir
|
J05AR03
|
Tenofovir & Emtricitabine
|
J05AR04
|
Zidovudine & Lamivudine & Abacavir
|
J05AR06
|
Emtricitabine & Tenofovir & Efavirenz
|
J05AR08
|
Emtricitabine & Tenofovir & Rilpivirine
|
J05AR09
|
Emtricitabine & Tenofovir & Elvitegravir & Cobicistat
|
J05AR10
|
Lopinavir & Ritonavir
|
J05AR13
|
Lamivudine & Abacavir & Dolutegravir
|
J05AX07
|
Enfuvirtide
|
J05AX08
|
Raltegravir
|
J05AX09
|
Maraviroc
|
J05AX12
|
Dolutegravir
|
V03AX03
|
Cobicistat
|
J05AR14
|
Darunavir/Cobicistat
|
J05AB06
|
Ganciclovir
|
J05AB14
|
Valganciclovir
|
J05AD01
|
Foscarnet
|
J05AR17
|
Emtricitabine/tenofoviralafenamide
|
J05AR18
|
Emtricitabine/tenofoviralafenamide/elvitegravir/cobicistat
|
J05AR19
|
Emtricitabine/tenofoviralafenamide/rilpivirine
|
J05AR20
|
Bictegravir/emtricitabine/tenofoviralafenamide
|
J05AR21
|
Dolutegravir/rilpivirine
|
J05AR22
|
Darunavir/cobicistat/emtricitabine/tenofoviralafenamide
|
J05AR23
|
Atazanavir and ritonavir
|
J05AR24
|
Lamivudine, tenofovir disoproxil and doravirine
|
J05AX23
|
Ibalizumab
|
J05AG06
|
Doravirine
|
J05AR25
|
Dolutegravir/lamivudine
|
J05AR15
|
Atazanavir/cobicistat
|
J05AJ04
|
Cabotegravir
|
J05AX29
|
Fostemsavir
|
J05AX31
|
Lenacapavir
|
Dieetadvisering
Diagnosecode
|
Omschrijving
|
00000029
|
HIV-infectie/AIDS
|
Complete patiëntengroep?
1,48 per 1000 verzekerden met HIV/AIDS werden geïdentificeerd o.b.v ZPD gegevens: 84,8% o.b.v. medisch specialistische zorg, 97% o.b.v. farmaceutische zorg, 0,7% o.b.v. add-on geneesmiddelen en 0,1% o.b.v. dieetadvisering. De prevalentie van HIV/AIDS op basis van de HIV Monitoring 2023 is 1,39 per 1000 Nederlanders. Dit komt redelijk goed overeen. Het is echter niet exact bekend hoeveel mensen een HIV infectie hebben in Nederland. Er zijn mensen die niet (willen) weten dat ze zijn geïnfecteerd. Van de patiënten bij wie een infectie is vastgesteld is er zelden iemand die niet behandeld wordt met geneesmiddelen.
Voetnoten
1 Nederlandse Vereniging van HIV behandelaren. Richtlijn HIV - NVHB ; 2016 - laatst bewerkt op 23 okt 2020) – hier wordt verwezen naar de Amerikaanse richtlijn: Richtlijn HIV - Clinical Info HIV Gov