Achtergrond

Bij perifeer arterieel vaatlijden is de bloedaanvoer naar met name de benen verminderd door artherosclerose in de arteriën. Hierdoor kunnen patiënten pijn krijgen bij het lopen dat na korte tijd rust verdwijnt. Voor perifeer arterieel vaatlijden (PAV) wordt onderscheid gemaakt tussen acute ischemie en chronisch obstructief. Voor chronische aandoeningen is voor ons dus enkel de tweede van belang en zullen we ons daar op richten. De NHG-Standaard Perifeer arterieel vaatlijden beschrijft het beleid als volgt1:


Het beleid bij patiënten met chronisch obstructief arterieel vaatlijden is enerzijds gericht op de lokale atherosclerose in de benen, maar vooral gericht op de preventie van uitingen van de gegeneraliseerde atherosclerose. Het beleid bestaat daarom in alle gevallen uit stoppen met roken en cardiovasculair risicomanagement volgens de betreffende NHG-Standaard voor patiënten met aangetoonde hart- en vaatziekte. Bij behandeling van de lokale klachten van claudicatio intermittens is conservatieve therapie de eerste keus. Het gaat dan om gesuperviseerde looptraining en voetverzorging.


Doordat er bij de oefentherapie en fysiotherapie geen specifieke code is van perifere vaatziekten (vanaf 2017 wordt door de meeste zorgverzekeraars 9248 gebruikt) en het CVRM beleid niet specifiek is voor perifeer arterieel vaatlijden is het lastig om deze patiënten goed te identificeren. In samenspraak met een fysiotherapeut is een selectie gemaakt van meest gebruikelijke diagnoses.


In de huisartsenpraktijk wordt met een doppleronderzoek de druk gemeten in de bloedvaten van de benen bij verdenking op vaatvernauwing. Omdat het om een verdenking kan gaan wordt deze verrichting (prestatiecode 13001 – modernisering en innovatieverrichting) niet meegenomen in de bepaling van perifere vaatziekten. Hetzelfde geldt voor diagnostiek aangevraagd door bijv. huisartsenpraktijk uitgevoerd door eerstelijns diagnostisch centrum of vaatlab in het ziekenhuis.


PAV (graad 2 en 3 Fontaine) staat op de lijst van chronische aandoeningen bij de fysiotherapie. Dit betekent dat patiënten met PAV fysiotherapie vergoed krijgen vanuit de Zvw vanaf de 21ste behandeling. Voor vergoeding van de eerste 20 behandelingen zijn deze patiënten afhankelijk van een aanvullende zorgverzekeraar. Ook kan een deel van de patiënten deze kosten zelf betalen. Deze laatste categorie wordt niet teruggevonden in de declaratiegegevens. Vanaf 1 januari 2017 worden de eerste 37 behandelingen voor claudicatio intermittens vergoed.

Gebruikte zorgstandaarden/richtlijnen of andere informatie over de behandeling

  • NHG-Standaard Perifeer arterieel vaatlijden1
  • KNGF-richtlijn Symptomatisch perifeer arterieel vaatlijden2
  • Richtlijn perifeer arterieel vaatlijden3

Bepaling

DBC medisch specialistische zorg

Code Specialisme

Diagnosecode

Omschrijving

303

412

PAOD arm

303

418

PAOD 2 claudicatio intermittens

303

419

PAOD 3 rustpijn

303

420

PAOD 4 gangreen

313

124

Atherosclerose extremiteiten/perifeer vaatlijden

Fysiotherapie/Oefentherapie/Huidtherapie

Diagnosecode

Omschrijving

00009248*

Onderste lichaamshelft: Algemeen vaatlijden, circulatie stoornissen.$

00007148*

Onderbeenregio: Algemeen vaatlijden, circulatie stoornissen#

00006948*

Gecombineerd ** Bekken/ Bovenbeen: Algemeen vaatlijden, circulatie stoornissen#

7948*

Gecombineerd Knie, onderbeen, voet : Algemeen vaatlijden, circulatie stoornissen

6148*

Liesregio : Algemeen vaatlijden, circulatie stoornissen

6348*

Bovenbeenregio: Algemeen vaatlijden, circulatie stoornissen

6048*

Bekkenregio (inclusief gluteaalstreek) : Algemeen vaatlijden, circulatie stoornissen

7248*

Bovenste spronggewricht (inclusief weke delen): Algemeen vaatlijden, circulatie stoornissen

7348*

Onderste spronggewricht (inclusief weke delen): Algemeen vaatlijden, circulatie stoornissen

7448*

Voetwortel: Algemeen vaatlijden, circulatie stoornissen

7648*

Voorvoet (tenen): Algemeen vaatlijden, circulatie stoornissen

*vanaf 2020 is er een uniforme DCSPH lijst, waarin afgesproken is welke diagnosecodes nog worden gebruikt. Deze diagnose valt daaronder

$In de DCSPH wordt hier de pathologie (Vasculaire) claudicatio intermittens, graad 2 Fontaine genoemd.

#In de DCSPH wordt hier de pathologie (Vasculaire) claudicatio intermittens, graad 3 Fontaine.

Fysiotherapie/Oefentherapie/CSI

Waarde

Omschrijving

011

Eerste n behandelingen gesuperviseerde oefentherapie bij perifeer arterieel vaatlijden in fase 2 Fontaine (Claudicatio intermittens)

Extramurale geneesmiddelen

ATC

Omschrijving/stofnaam

C04AD03

Pentoxifylline

Complete patiëntengroep?

Met deze bepaling werden 3,7 per 1000 verzekerden met perifere vaatziekten geïdentificeerd: 81,5% gebaseerd op medisch specialistische zorg, 1,6% gebaseerd op farmacie en 39,8% o.b.v. fysiotherapie/oefentherapie/huidtherapie. De prevalentie van perifere vaatziekten gebaseerd op huisartsenregistratie was 25,2 per 1000 ingeschreven patiënten. Dit is gebaseerd op de ICPC K92 ‘Andere ziekte(n) perifere arteriën’. Hieronder valt niet alleen PAV, maar ook syndroom van Raynaud. Ondanks dit verwachten we dat 3,7 per 1000 verzekerden een onderschatting is. Medisch specialistische zorg en mogelijk ook fysiotherapie is een vervolgstap in het beleid van de huisarts, waardoor met name de ernstigere patiënten met perifere vaatziekten zullen worden geïdentificeerd.

Voetnoten

1 Bartelink MEL, Elsman BHP, Oostindjer A, Stoffers HEJH, Wiersma Tj, Geraets JJXR. . NHG-Standaard Perifeer arterieel vaatlijden. NHG-Standaard Perifeer arterieel vaatlijden (tweede herziening). Huisarts Wet 2014;57(2):81.
2 Merry AHH, Teijink JAW, Jongert MWA, Poelgeest A, van der Voort SSEM, Bartelink MEL, Stoffers HEJH, Brooymans F, Hendriks HJM, de Bie RA. KNGF-richtlijn Symptomatisch perifeer arterieel vaatlijden. KNGF: Amersfoort; 2017.
3 Nederlandse Vereniging voor Heelkunde. Richtlijn perifeer arterieel vaatlijden. PAV - Startpagina - Richtlijn - Richtlijnendatabase bezocht op 17 juni 2021.