Versie 2023 – data t/m 2022
De schildklieraandoeningen omvatten hyperthyreoïdie en hypothyreoïdie. Bij hyperthyreoïdie worden er door de schildklier meer schildklierhormonen afgegeven, waardoor het metabolisme verhoogd is. Bij hypothyreoïdie produceert de schildklier juist te weinig schildklierhormonen en is het metabolisme verlaagd.
DBC medisch specialistische zorg
|
Code specialisme |
Diagnosecode |
Omschrijving |
|---|---|---|
|
313 |
201 |
Hyperthyreoïdie nno |
|
313 |
202 |
Hyperthyreoïdie autoimmuun |
|
313 |
211 |
Hypothyreoïdie, niet code 212 |
|
313 |
212 |
Hypothyreoïdie iatrogeen |
|
316 |
7107 |
Hyperthyreoïdie |
|
316 |
7108 |
Hypothyreoïdie |
Extramurale geneesmiddelen
|
ATC-code |
Omschrijving/Stofnaam |
|---|---|
|
H03AA01 |
Levothyroxine |
|
H03AA02 |
Liothyronine |
|
H03BA02 |
Propylthiouracil |
|
H03BB01 |
Carbimazol |
|
H03BB02 |
Thiamazol |
|
H03AA05 |
Schildklier preparaties |
|
H03BC01 |
Kaliumperchloraat |
|
V03AB21 |
Kaliumjodide |
|
H05AA03 |
PARATHYROIDHORMOON |
31,0 per 1000 verzekerden werden geïdentificeerd o.b.v. ZPD gegevens: 8,1% o.b.v. medisch specialistische zorg en 98,4% o.b.v. farmaceutische zorg. In de huisartsenpraktijk is de prevalentie 33,4 per 1000 ingeschreven patiënten. Het verschil in prevalentie wordt mogelijk veroorzaakt door de subklinische hyperthyreoïdie, waarvoor in de NHG-standaard geen behandeling wordt aanbevolen. Ook kunnen patiënten die goed zijn ingesteld (bij hypothyreoïdie) terugverwezen worden naar de huisarts, waardoor zij niet met ZPD gegevens te identificeren zijn.
1 Van Lieshout J, Felix-Schollaart B, Bolsius EJM, Boer AM, Burgers JS, Bouma M, Sijbom M. NHG-Standaard Schildklieraandoeningen. Huisarts Wet 2013;56(7):320-330.
2 Startpagina - Schildklierfunctiestoornissen - Richtlijn - Richtlijnendatabase