Tabelpagina Mondzorg

 

Om terug te gaan naar de tabelpagina met de zorgkosten en aantallen voor de Mondzorg, klik hier.

Bekostiging van de mondzorg

Rubriek 4 behandelt de lasten die gemaakt worden met betrekking tot de mondzorg in Nederland. Dit is alle zorg die tandartsen leveren voor jeugdigen en volwassenen en welke vallen onder de dekking van het basispakket van de Zvw. Voor mondzorg geldt zowel een eigen risico als een eigen bijdrage, waarbij de laatste afhankelijk is van de behandeling. Door aanpassing in het beleid in 2017 is een definitiewijziging opgetreden waardoor een deel van de implantaten verschoven zijn.

Tabel 1: Totaal geschatte bruto eigen bijdrages voor de mondzorg.

  2017 2018 2019 2020
Geschatte bruto eigen bijdrage mondzorg €52.213.139 €51.463.148 €51.930.374 €45.252.540

 

Vanaf 2020 worden er extra kosten gemaakt vanwege de coronapandemie. Deze zijn onder te verdelen in direct patiëntgebonden kosten en indirecte kosten. De direct patiëntgebonden kosten worden verantwoord via reguliere prestaties en zijn voor de Mondzorg niet terug te herkennen in dit rapport. De indirecte coronakosten worden apart verantwoord.

Tarieven

Voor de periode 2017 t/m 2021 geldt dat de maximumtarieven van de NZa met % gestegen zijn door indexatie.

Beleidswijzigingen in de periode 2017-2021

2017

  • Vergoeding van implantaten
    Vanaf 2017 zijn in het besluit zorgverzekering de kosten van de implantaat gedragen prothesen verschoven van art. lid 2 naar art. lid 5. Dit resulteert erin dat implantaat gedragen prothesen met ingang van 2017 onder code 561 prothesen moeten worden verantwoord en niet meer in 560.1. Dit zorgt voor een administratieve verschuiving van de lasten van 2016 naar 2017, maar heeft geen effect op de totale kosten of aantallen.

Methodiek Verdiepende analyses zorglasten Zvw 2017-2021

Voor het rapport Verdiepende analyses zorglasten Zvw 2017-2021, welke in 2022 is verschenen, wordt gebruik van gemaakt van declaratiegegevens die verstrekt zijn door de zorgverzekeraars aan het Zorginstituut via Vektis. Ten behoeve van de wettelijke taken worden deze gepseudonimiseerde declaraties gebruikt voor onder meer desbetreffend rapport.

In het tabellenoverzicht zijn de kosten voor de Zvw van 2017 tot en met 2021 te bekijken. Het verschil met deze kosten ten opzichte van de reguliere meerjarentabellen is dat de definitie hoe de kosten verantwoord worden voor elk jaar gelijk zijn aan 2022. Hierdoor wordt gecorrigeerd voor administratieve verschuivingen over de jaren en is het makkelijker om een getrouw beeld te krijgen van de ontwikkelingen vanaf 2017. Op dit moment zijn alle kosten zijn gebaseerd op de ramingen van de zorgverzekeraars uit de vierde kwartaalrapportage van 2021.

Omdat de kosten nog niet uitgedeclareerd zijn, zijn de laatste jaren nog aan verandering onder hevig. Tevens is 2021 (en in sommige gevallen 2020) nog leeg gelaten op de diepere niveaus, omdat er te weinig declaraties zijn.

Voor een uitgebreide beschrijving van de toegepaste methodiek, klik hier.

Voetnoten