Tabelpagina Verpleging en Verzorging
Om terug te gaan naar de tabelpagina met de zorgkosten en aantallen voor de Verpleging en Verzorging, klik hier.
Deze pagina beschrijft hoe de verpleging en verzorging oftewel wijkverpleging (rubriek 3) werd bekostigd en verantwoord in 2022. Deze informatie is van toepassing op het rapport Verdiepende analyses zorglasten Zvw 2018-2022. De toegepaste methodiek van dit rapport met betrekking tot rubriek 3 staat ook hier beschreven.
Om terug te gaan naar de tabelpagina met de zorgkosten en aantallen voor de Verpleging en Verzorging, klik hier.
Rubriek 3 behandelt de kosten die gemaakt worden met betrekking tot de wijkverpleegkundige zorg in Nederland. Dit is zorg die via wijkverpleegkundigen verstrekt wordt en welke valt onder de dekking van het basispakket van de Zvw. Er geldt voor de wijkverpleging geen eigen risico. Verzekeraars waren volledig risicodragend voor deze categorie. Naast de Zvw, is er ook wijkverpleging onder de Wlz mogelijk, wanneer een verzekerde een Wlz-indicatie heeft.
Vanaf 2020 worden er extra kosten gemaakt vanwege de coronapandemie. Deze zijn onder te verdelen in direct patiëntgebonden kosten en indirecte kosten. De direct patiëntgebonden kosten worden verantwoord via reguliere prestaties en zijn voor de wijkverpleging niet terug te herkennen in de tabellen op Zorgcijfersdatabank.
De NZa stelt jaarlijks maximum tarieven vast binnen de wijkverpleging, daarnaast kent een aantal prestaties een vrij tarief: ‘ketenzorg dementie’, ‘belonen op maat’, ‘Regionale beschikbaarheidsfunctie voor onplanbare zorg’ en ‘Onderlinge dienstverlening’.
2019
2020
2021
2022
Voor het rapport Verdiepende analyses zorglasten Zvw 2018-2022, welke in 2023 is verschenen, wordt gebruik van gemaakt van declaratiegegevens die verstrekt zijn door de zorgverzekeraars aan het Zorginstituut via Vektis. Ten behoeve van de wettelijke taken worden deze gepseudonimiseerde declaraties gebruikt voor onder meer desbetreffend rapport.
In het tabellenoverzicht zijn de kosten voor de Zvw van 2018 tot en met 2022 te bekijken. Het verschil met deze kosten ten opzichte van de reguliere meerjarentabellen is dat de definitie hoe de kosten verantwoord worden voor elk jaar gelijk zijn aan 2023. Hierdoor wordt gecorrigeerd voor administratieve verschuivingen over de jaren en is het makkelijker om een getrouw beeld te krijgen van de ontwikkelingen vanaf 2018. Op dit moment zijn alle kosten zijn gebaseerd op de ramingen van de zorgverzekeraars uit de tweede kwartaalrapportage van 2023.
Omdat de kosten nog niet uitgedeclareerd zijn, zijn de laatste jaren nog aan verandering onder hevig. Tevens is 2022 (en in sommige gevallen 2021) nog leeg gelaten op de diepere niveaus, omdat er te weinig declaraties zijn.
Voor een uitgebreide beschrijving van de toegepaste methodiek, klik hier.