Waarom dit rapport

Dit rapport geeft een inzichtelijk beeld in de zorglasten uit de Zorgverzekeringswet (Zvw) op een hoog detailniveau met duidelijke en vergelijkbare definities over de jaren en aansluitend op de officiële schadelastcijfers die afdeling Fondsen van Zorginstituut Nederland (ZIN) eveneens elk jaar rapporteert. Voor een goede uitvoering en begrip van het zorgstelsel is informatie op hoog detailniveau wenselijk en dit rapport biedt deze inzichten als aanvulling op de jaarlijkse schadelastcijfers,die verder weinig detailinformatie bevatten. Doordat dit rapport op individuele declaraties is gebaseerd, is het mogelijk om bijvoorbeeld inzichtelijk te maken voor welke leeftijdscategorie bepaalde zorglasten dalen of stijgen en wat effecten zijn geweest van beleidswijzigingen.

De jaarlijkse schadelastcijfers die ZIN publiceert, zijn leidend in Nederland als het gaat om het bepalen van de zorglasten en worden onder andere gebruikt door VWS, NZa, CPB en CBS. De totalen worden gepubliceerd op de website van het Zorginstituut en op Zorgcijfersdatabank en geven een overzicht van de bruto zorglasten per zorgsector voor de Zvw. De zorgverzekeraars zijn wettelijk verplicht jaarlijks deze cijfers in mei te leveren en moeten voorzien zijn van een accountsverklaringomtrent hun juistheid. Daarnaast geven de zorgverzekeraars elk kwartaal een update zonder accountantsverklaring. De cijfers worden gerapporteerd volgens een met VWS afgesproken indeling die ZIN jaarlijks wettelijk vastlegt en publiceert in het Handboek Zorgverzekeraars Informatie Handboek . Deze cijfers zijn hoog over en de definities in het Handboek zijn aan verandering onderhevig. In een dergelijk geval van veranderende definities is een vergelijking over de jaren niet meer mogelijk. Dit rapport houdt daar rekening mee en corrigeert voor deze veranderingen, waardoor een vergelijking over jaren mogelijk is. Tenslotte heeft ZIN een taak de burgers te informeren over het zorgstelsel en de zorglasten en is het van belang dit op een inzichtelijke en informatieve manier te doen. Dit alles in ogenschouw nemend is besloten om daarom met een jaarlijkse publicatie te komen met daarin een uitdieping van de Nederlandse zorglasten over de jaren heen.

Gerapporteerde jaren en rubrieken

Deze publicatie heeft betrekking op het jaar 2017 terugkijkend tot en met 2015 waarvoor voor 2015 -  2017 geldt dat de zorglasten van de verzekeraarsdefinitief zijn). Daarnaast is 2018 en 2019 (wanneer beschikbaar en waarvoor de zorglasten nog niet definitief zijn) toegevoegd. De cijfers zijn verwerkt en geanalyseerd door afdeling Fondsen op basis van de Zorgprestatiedeclaratie (Zpd) datasets die via Vektis beschikbaar zijn. Sinds het 2019 rapport zijn daarnaast twee nieuwe rubrieken toegevoegd waarvoor geen declaraties beschikbaar zijn, maar wel informatie uit de BASIC dataset van Vektis: ziekenvervoer en grensoverschrijdende zorg.

Totale ontwikkeling zorglasten

Van 2015 tot en met 2017 zijn de zorglasten in de Zvw met 8% gestegen, van €39,6miljard naar €42,8 miljard. Dit komt met name door stijgingen in de Medisch Specialistische Zorg. De grootste procentueledaling vindt plaats bij de Grensoverschrijdende zorg (10%). De grootste absolute daling zit bij de Hulpmiddelen (64 miljoen). Gemiddeld per verzekerde per provincie zien we tussen 2015 en 2017 stijgingen tussen de 10% en 17%. Mensen in Flevoland maken de laagste gemiddelde lasten (€2.498) en in Limburg zijn de gemiddelde lasten het hoogste (€3.297, de grootste stijging (17%) is in Friesland.

Programma Ontwikkeling Zorguitgaven

Dit soort cijfermatige analyses op basis van declaraties met een focus op de financiële kant van het Nederlandse zorgstelsel vinden plaats binnen het programma Ontwikkeling Zorguitgaven. Dit programma zet data science in om meer inzicht te scheppen in de landelijke zorguitgaven en trends en verschuivingen van de zorguitgaven in Nederland en wijzigingen in het zorgstelsel te analyseren. Daarnaast kunnen er door andere partijen vragen en onderzoeksvoorstellen ingediend worden, die op basis van de datasets en de uitgebreide beleidsmatige-, medisch inhoudelijke -, en financiële kennis van het Zorginstituut op een onafhankelijke, objectieve wijze kunnen worden beantwoord. Tevens is er de wetenschappelijke kennis aanwezig voor reviews, adviezen en beoordelingen.

Leeswijzer

Het rapport volgt de indeling van de rubrieken uit het Handboek. Het begint echter met de methodes die zijn toegepast in hoofdstuk 2. Vanaf hoofdstuk 3 volgt de uitsplitsing van de zorglasten in de Zvw. Rubriek 1, de huisartsenzorg wordt besproken in hoofdstuk 3. Gevolgd door rubriek 2: Farmaceutische Zorg; rubriek 3: Verpleging & Verzorging (inclusief Eerstelijnsverblijf en Zintuigelijk gehandicapten); rubriek 4: Mondzorg; rubriek 5: Verloskundige Zorg; Rubriek 6: Medisch Specialistische Zorg; Rubriek 7: Paramedische Zorg; Rubriek 8: Hulpmiddelenzorg; Rubriek 9: Ziekenvervoer; Rubriek 10: GGZ; Rubriek 11: Geriatrische Revalidatiezorg; Rubriek 12: Kraamzorg; en ten slotte Rubriek 15: Grensoverschrijdende zorg. Elke rubriek is verder opgesplitst in de subcategorieën zoals in het Handboek vermeld staan (waar informatief geacht kan van de indeling van het Handboek zijn afgeweken). Behalve uitsplitsing van de zorglasten, wordt waar mogelijk ook de gevolgen van beleidswijzigingen in kaart gebracht.