Samenvatting

Vanuit het veld komen signalen dat er sprake is van een toenemende zorgvraag binnen de intramurale gehandicaptenzorg (GHZ) in de Wet langdurige zorg (Wlz). Dit is gehandicaptenzorg die geleverd wordt aan cliënten die verblijven in een instelling. Deze toename in zorgbehoefte gaat gepaard met een toename van de kosten. Om meer inzicht te krijgen in deze ontwikkelingen zijn de landelijke zorgprestatiedeclaratiedata (ZPD) geanalyseerd. Het betreft een analyse van het aantal cliënten dat gebruik maakt van de intramurale GHZ, de kosten die hiermee gepaard gaan en het in- en doorstroomgedrag van de cliënten. We hebben dit rapport voorgelegd aan een aantal organisaties (zorgverzekeraar, cliëntenorganisatie, belangennetwerk, twee zorgorganisaties, branchevereniging en een overheidsinstantie) die zich bezig houden met de gehandicaptenzorg. De reflecties die deze consultatie heeft opgeleverd, zijn opgenomen als tekstkaders in het rapport. Dit verkennend onderzoek intramurale gehandicaptenzorg 2015-2019 is bedoeld om inzicht te geven in de ontwikkelingen en trends binnen de intramurale GHZ tussen 2015 en 2019. Het rapport kan helpen bij het in- en extern agenderen van beleidsmatige vraagstukken en bij het aanscherpen van beleid op het gebied van de intramurale GHZ. De resultaten in dit rapport kunnen ook dienen als handvatten bij het behandelen van duidingen1 en geschillen.

De belangrijkste bevindingen zijn:

  • Het aantal cliënten in de intramurale GHZ is licht gedaald in de periode 2015-2019 met 915 (-1%).
  • Een toenemende zorgbehoefte van cliënten. Een toename in herindicatie in het kader van een hoger zorgprofiel wordt waargenomen. Een toename van het aantal cliënten in de hogere ZZP’s in de subsector verstandelijk gehandicaptenzorg (VG), zoals in VG6 en VG7 wordt geconstateerd. Het aantal cliënten in de overige subsectoren van de intramurale GHZ daalt.
  • Een stijging van de NZa-maximumtarieven tussen 2015 en 2019. De stijging is gemiddeld 12%, maar verschilt sterk per subsector en ZZP.
  • Een stijging van de kosten voor meerzorg met € 169,5 mln (114%). Doordat er sprake is van toename van herindicatie naar een hogere ZZP, komen meer cliënten in zorgprofielen terecht, waarbij aanspraak gemaakt kan worden op meerzorg. Dit is met name zichtbaar in VG7.

Er is een kostenstijging zichtbaar van € 780,3 mln (13%) in de intramurale GHZ. Daarnaast is er een stijging zichtbaar in de kosten van meerzorg, toegekend aan cliënten in de intramurale GHZ, met € 169,5 mln (114%) in dezelfde periode. De totale kostenstijging is € 949,8 mln. Bovenstaande gegevens kunnen duiden op een toename in de zorgbehoefte binnen de intramurale GHZ tussen 2015 en 2019. Dit sluit aan bij de signalen met betrekking tot zorgverzwaring in het veld. Om deze ontwikkelingen beter te begrijpen en de oorzaken beter in beeld te brengen is aanvullend onderzoek nodig. Een aantal opvallende punten uit het onderzoek zullen nog nader onderzocht moeten worden. Ten eerste is het opvallend dat veel cliënten in de licht verstandelijk gehandicaptenzorg (LVG) na behandeling niet doorstromen naar de intramurale GHZ. Ontvangen deze cliënten dan zorg en ondersteuning vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)?

 

Het IQ is bij de LVG doelgroep vaak te hoog om voor een levenslange VG indicatie in aanmerking te komen. Daarom wordt vervolgzorg, na uitstroming uit een ondersteuning & behandelcentrum (OBC) vaak georganiseerd vanuit Wmo en tot 2020 behandeling uit subsidieregeling. Per 2021 is het een combinatie van Wmo zorg en behandeling vanuit de Geneeskundige Zorg voor Specifieke Patiëntgroepen (GZSP). (zorgorganisatie)

 

Ten tweede wordt een afname geconstateerd in het aantal cliënten met een lagere ZZP binnen de zintuigelijk gehandicaptenzorg (ZG) en alle ZZP’s binnen de lichamelijk gehandicaptenzorg (LG). Vragen deze cliënten een ZZP binnen de Verpleging en Verzorging (V&V) aan?

 

We zien vanuit het veld een toename aan vraag naar en realisatie van afdelingen voor de zogenoemde NAH ++ cliënten (cliënten met NAH en psychiatrische problematiek en/of een Verstandelijke Beperking). Qua indicatiestelling merken we dat de vraag welke grondslag dan voorliggend is complex is. De cijfers in dit rapport doen vermoeden dat dan toch de somatische of verstandelijke beperking als voorliggend wordt gezien, waardoor er een V&V of een VG indicatie wordt gesteld in plaats van een LG indicatie. (zorgverzekeraar)

 

Het onderzoek draagt bij aan de taken van het Zorginstituut. Zorginstituut Nederland zet zich in voor goede, toegankelijke en betaalbare verzekerde zorg voor iedereen. En dat deze zorg goed en betaalbaar is en blijft.

Belangrijkste bevindingen

1. Het totaal aantal unieke cliënten daalt licht tussen 2015 en 2019 met -915 (-1%) van 79.389 naar 78.474. In alle subsectoren is een daling zichtbaar van het aantal cliënten, met uitzondering van de VG, waarbij het aantal cliënten stijgt tussen 2015 en 2019.

2. Tussen 2015 en 2019 is in de VG het aantal cliënten met VG6 en VG7 toe genomen met respectievelijk 1001 (6%) en 1998 (17%).

3. Het aantal cliënten dat instroomt in de intramurale GHZ blijft over het algemeen constant rond 3800 tussen 2015 en 2019, met een kleine afname in 2016 en 2017. De ZZP’s waarin cliënten de intramurale GHZ instromen schommelen licht.

4. Naarmate cliënten langer in de intramurale GHZ verblijven, vindt vaker een herindicatie naar een hogere ZZP plaats.

5. De kosten, gebaseerd op de maximumtarieven en NHC+NIC, stijgen tussen 2015 en 2019 met € 780,3 mln. (13%) van € 6 mld. in 2015 naar € 6,8 mld.

6. De kosten van toegekende meerzorg nemen tussen 2015 en 2019 sterk toe met € 169,5 mln. (114%) van € 148,3 mln. naar € 317,8 mln.