Dankzij de rol als fondsbeheerder is het Zorginstituut de bron voor de officiële financiële cijfers over verzekerde zorg in Nederland en heeft voor de uitvoering van zijn wettelijke taken tevens de beschikking over declaraties gegevens van de zorgverzekeraars en zorgkantoren die via Vektis binnenkomen. Daarnaast vraagt het Zorginstituut zelf declaratiegegevens uit voor de extramurale farmacie en hulpmiddelenzorg. Voor de verschillende cijfers worden één of meerdere bronnen gebruikt.

 

Zorgverzekeringswet - Jaartabellen

De jaartabellen voor de Zvw en de meerjarentabellen van de Zvw zijn beiden gebaseerd op de verantwoordingscijfers van de zorgverzekeraars. Deze worden elk kwartaal uitgevraagd volgens de bij wet vastgelegde uitvraag welke omgeschreven staat  in het Handboek informatie Zorgverzekeringswet. De cijfers van de verschillende zorgverzekeraars worden bij elkaar opgeteld en op Zorgcijfersdatabank worden deze macro totalen, die het landelijk beeld per zorgsector weergeven, gepresenteerd. Het gaat hier om een schatting van de te verwachten eindstand door zorgverzekeraars. De indeling die gehanteerd wordt is dezelfde zoals die in het Handboek informatie Zorgverzekeringswet omgeschreven staat. In de specificatie is het mogelijk om te kiezen voor kosten per verzekerde. Hier worden de totalen gedeeld door het totaal aan ingeschreven verzekerden (inclusief kinderen) zoals de zorgverzekeraars dat hebben doorgegeven aan het Zorginstituut. Klik meer uitleg daarover hier. Zodra alle cijfers gecontroleerd zijn en opgestuurd zijn naar het ministerie en andere partijen, komen de cijfers ook online op Zorgcijfersdatabank. Voor 2021 is het updateschema hier te vinden.

 

Zorgverzekeringswet - Verdiepende analyses 

Voor de aparte tabellen van de Verdiepende analyses Zvw wordt een andere bron en methodiek gebruikt dan bij de jaartabellen van de Zvw. Omdat het Zorginstituut beschikking heeft over declaratiedata is het mogelijk op veel dieper niveau onderzoek te doen en inzichten over de zorgkosten te presenteren. Daar zijn de tabellen van de Verdiepende analyses voor bedoeld. Deze declaraties komen van de zorgverzekeraars via Vektis en worden aangevuld voor de extramurale farmacie en hulpmiddelenzorg met de declaraties die komen vanuit het GIP. Alle declaratiesets worden door het Zorginstituut gecontroleerd op compleetheid. De opgetelde totalen van de declaraties worden daarna gecorrigeerd voor de daadwerkelijke verantwoorde lasten zoals die zijn terug te vinden in de jaartabellen. Omdat de Verdiepende analyses één per jaar gemaakt worden, wordt deze correctie gedaan op de cijfers van het tweede kwartaal in jaar van uitgave. De twee meest recente jaren zullen daarna nog weer wijzigen bij nieuwe updates van de cijfers bij de volgende kwartalen. De verdiepende analyses worden dan echter niet meer aangepast. Voor de indeling wordt gekozen voor één specifiek jaar om zo de jaren vergelijkbaar te maken. Voor de rapportage van 2015-2019 is dat het jaar 2017. In de specificaties is het mogelijk te kiezen voor kosten (of aantallen) per gebruiker en per verzekerde. Per gebruiker is gebaseerd op de aantallen verzekerden met minimaal één declaratie in de desbetreffende zorgsector. Per verzekerde is gebaseerd op het totaal aantal verzekerden binnen een jaar, gecorrigeerd voor de verzekerdenduur.

 

Wet langdurige zorg - Jaartabellen

Voor de Wet langdurige zorg (Wlz) geldt dat de tabellen (grotendeels) gebaseerd zijn op declaraties die het Zorginstituut elk kwartaal van de zorgkantoren ontvangt via Vektis. Op basis van de prestatiecodes in de declaratiedata is het mogelijk om een gedetailleerde indeling van de zorgkosten en volumen te presenteren. De indeling die hiervoor wordt gehanteerd is naar leveringsvorm en naar geleverd zorgprofiel. Hierin onderscheiden we de volgende leveringsvormen: verblijf (waaronder vallen: zorg met verblijf, deeltijdverblijf en verblijf overig zoals logeren en crisisopvang); volledig pakket thuis (VPT); modulair pakket thuis (MPT); en niet toewijsbaar naar leveringsvorm.

  • Voor zorg met verblijf en VPT worden de declaraties nog verder onderverdeeld naar zorgprofiel, o.b.v. de prestatiecodes voor de verschillende zorgprofielen. Deze prestaties worden beschouwd als ‘hoofdprestatie’ waaraan ‘nevenprestaties’ kunnen worden gekoppeld, zoals bijvoorbeeld extramurale Wlz-behandeling, dagbesteding, vervoer, toeslagen, opslagen en meerzorg.
  • De prestatiecodes MPT worden ingedeeld naar functie/zorgvorm, waaronder verpleging, verzorging, huishoudelijke hulp, vervoer etc.
  • Prestaties die niet toegewezen kunnen worden naar de leveringsvormen verblijf, VPT of MPT of die logischerwijs niet in te delen zijn in zorgprofielen, worden opgenomen in de categorie ‘niet toewijsbaar naar leveringsvorm’.

Naast de cijfers gebaseerd op declaratiedata, bevatten de tabellen uit de Wlz nog een aantal macroposten waar nog geen declaraties voor beschikbaar zijn en die daarom gebaseerd zijn op verantwoordingscijfers van o.a. het CAK, de NZa en de SVB. Deze macroposten betreffen de overige zorgkosten, persoonsgebonden budget en een verschilpost, welke zichtbaar zijn in het hoogste niveau van de meerjaren- en jaartabellen. De Wlz tabellen worden gedurende het lopende jaar steeds vernieuwd met de meest actuele data, wat betekent dat de totalen van het lopende jaar elk kwartaal steeds verder oplopen naarmate er meer zorg geleverd is.